Notes:
Dordrecht is met zijn 118.613 (1 januari 2007, bron: CBS) de derde stad van de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De stad ligt op de plaats waar de Merwede zich splitst in de Noord en de Oude Maas. De bewoners van Dordrecht noemen hun stad veelal Dordt. Sinds 1 juli 1970 omvat de gemeente Dordrecht het totale Eiland van Dordrecht dat omringd wordt door brede waterwegen: Oude Maas, Beneden Merwede, Nieuwe-Merwede, Hollands Diep en Dordtse Kil.
Geschiedenis
De oorspronkelijke naam van Dordrecht is Thuredrith. Dit betekent "doorwaadbare plaats in de rivier Thure". In 1049 werd voor het eerst melding gemaakt van Dordrecht. Graaf Dirk IV zou in dat jaar vermoord zijn 'bij Dordrecht' (apud Thuredrech).
Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van de Hollandse graaf Willem I en is de oudste stad van het oude graafschap Holland.
Dordrecht wordt ook wel de oudste stad van Holland (niet heel Nederland) genoemd, dit omdat de net iets oudere Hollandse stad Geertruidenberg tegenwoordig in de provincie Noord-Brabant ligt. In de volksmond werd en soms nog Dordrecht mede daarom ook wel de "eerste stad" genoemd. In de 12e en 13e eeuw was Dordrecht één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste stad van het graafschap Holland en had als zodanig onder andere het "eerste recht". De stad Muiden kan men overigens misschien nog oudere stad noemen dan Geertruidenberg en Dordrecht, het zou mogelijk al in 1122 stadsrechten hebben verkregen. Echter ligt Muiden pas vanaf 1296 in Holland, dit nadat het Bisdom van Utrecht wat land had geschonken aan het graafschap.
De stad Dordrecht ontstond aan het riviertje de Thure (Thuredrith zou in de loop der tijd veranderen in Dordrecht, is één van de meerdere naamsverklaringen) te midden van veenmoerassen. De Thure was een zijtak van de rivier de Dubbel en liep ongeveer ter hoogte van het huidige Bagijnhof. In 1421 kwam Dordrecht ten gevolge van de Sint Elisabethsvloed, waarbij grote delen van het achterland (Grote Waard) voorgoed verdronken, op een eiland te liggen. Door haar strategische ligging ontwikkelde de stad zich tot een belangrijke stapelplaats (stapelrecht vanaf 1299). Dordrecht verhandelde vooral wijn, hout en graan.
In 1253 werd in Dordrecht een Latijnse school opgericht, tegenwoordig is dit het Johan de Witt-gymnasium en is daarmee het oudste gymnasium van Nederland. In oktober 2003 werd het 750 jarig bestaan uitgebreid gevierd. Van 1600 tot 1615 was Gerardus Vossius rector van de Latijnse school in Dordrecht.
In 1572 kwam te Dordrecht de Eerste Vrije Statenvergadering bijeen. Vertegenwoordigers van alle Hollandse steden erkenden stadhouder Willem I, prins van Oranje, en steunden de opstand tegen de Spanjaarden. In 1618-1619 vond in Dordrecht, bolwerk van de reformatie, de Synode van Dordrecht plaats, waarbij de remonstranten tegenover de contraremonstranten stonden en waar het besluit viel tot de Bijbelvertaling die in 1637 de StatenBijbel zou opleveren, de eerste vertaling in de Nederlandse taal.
1650-1672: Eerste Stadhouderloze Tijdperk, ook wel de Ware Vrijheid genoemd. Na het overlijden van stadhouder Willem II zag men de kans om zich te ontdoen van de stadhouders. In 1653 werd mr. Johan de Witt, zoon van mr. Jacob de Witt, als leider naar voren geschoven. Onder zijn leiding, als raadspensionaris, werd in 1654 vrede met Engeland gesloten daarbij werd de Akte van Seclusie opgenomen. Deze moest voorkomen dat de zoon van Willem II stadhouder zou worden. Op 20 augustus 1672 echter werden Johan en zijn broer Cornelis de Witt in Den Haag gelyncht. Willem III, verdacht van het complot, werd dat zelfde jaar stadhouder.
1702-1747: Tweede Stadhouderloze Tijdperk. Willem III stierf kinderloos en er werd geen stadhouder benoemd. Echter in 1747 werd Willem IV, de zoon van zijn verre neef Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, erfstadhouder van alle gewesten. In 1766 treed zijn zoon Willem V aan.
1780-1787: Eerste Democratische Beweging. Dordrecht voerde een scherp anti-stadhouderlijke koers. Op 26 juli 1783 werd het exercitiegenootschap “De Vrijheid” opgericht. Dordrecht had hiermee de primeur. De Patriotten wilden de oude vrijheid heroveren op de Oranjes. Nederland was immers al ruim tweehonderd jaar een "republiek", erfopvolging hoorde daar niet in thuis. Al ras volgden meerdere steden. Stadhouder Willem V vluchtte uit Holland. Op 18 september 1787 echter capituleerde Dordrecht voor de troepen van de Pruisische koning Frederik Willem, de zwager van Willem V. De Oranjerestauratie werd met kracht ingezet en de democratische beweging weggevaagd. Willem V werd in zijn positie hersteld. In 1815 nam zijn zoon Willem I, voorheen Willem VI, de titel Koning der Nederlanden aan. (zie ook Bataafse Republiek en Huis van Oranje resp. lijst van stadhouders)
Binnen Holland werd Dordrecht vanaf de 18e eeuw overvleugeld door Rotterdam.
Door de eeuwen heen heeft Dordrecht een sleutelpositie ingenomen bij de verdediging van Holland, tot ver in de 20e eeuw was Dordrecht ook garnizoensstad. In de Benthienkazerne aan Buiten Walenvest langs de Oude Maas waren pontonniers gelegerd. Tijdens de mobilisatie van augustus 1939 werden er ook infanteristen en artilleristen naar Dordrecht gestuurd om het eiland te verdedigen.
In mei 1940 gaf Luitenant-kolonel J.A. Mussert leiding aan de verdediging van Dordrecht, Jo Mussert was een broer van Anton Mussert die na de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerd werd om wille van hoogverraad. Toen het Nederlandse leger de strijd tegen de Duitsers opgaf en zich uit de stad terugtrok, vertrok de luitenant-kolonel op 14 mei 1940 naar Papendrecht. Hier kwam J.A. Mussert te staan tegenover reserve 1e luitenant A.J. Kruithof die Mussert verdacht van hoogverraad. Mussert weigerde zich over te geven en werd door Kruithof neergeschoten. Mussert leefde nog en werd vervoerd naar het ziekenhuis in Gorinchem, waar hij later die nacht om circa 02.00 uur is overleden aan zijn verwondingen. In de Tweede Wereldoorlog werd Dordrecht en omgeving het middelpunt van de strijd in de winter van 1944-1945. De grens tussen bevrijd en bezet gebied lag toen bij het Hollands Diep.
In 1970 werden de gemeente Dubbeldam (toen ca. 10.000 inwoners) en het zuidelijk deel van de gemeente Sliedrecht aan de gemeente Dordrecht toegevoegd, zodat de gemeente het gehele Eiland van Dordrecht ging beslaan.