1756 - 1833 (77 years)
Has 2 ancestors and 3 descendants in this family tree.
1756 - 1833 (77 years)
Birth |
23 Jan 1756 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Died |
12 Apr 1833 |
Alkmaar, Noord-Holland, Nederland |
|
Father |
Jacob van Veen |
Mother |
Aaltje Boerrigter |
|
Family |
Elisabeth Fabritius, b. 1754 |
Children |
+ | 1. Jacob Nuhout van der Veen, b. 24 Feb 1779, Castricum |
|
|
1754 - 1828 (74 years)
Birth |
1754 |
Died |
1828 |
|
Family |
Joachim Nuhout van der Veen, b. 23 Jan 1756, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Jacob Nuhout van der Veen, b. 24 Feb 1779, Castricum |
|
|
|
Family |
Aaltje Boerrigter |
Children |
+ | 1. Joachim Nuhout van der Veen, b. 23 Jan 1756, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
|
|
|
Family |
Jacob van Veen |
Children |
+ | 1. Joachim Nuhout van der Veen, b. 23 Jan 1756, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
|
|
1754 - 1828 (74 years)
Birth |
1754 |
Died |
1828 |
|
Family |
Joachim Nuhout van der Veen, b. 23 Jan 1756, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Jacob Nuhout van der Veen, b. 24 Feb 1779, Castricum |
|
|
1779 - 1837 (58 years)
Birth |
24 Feb 1779 |
Castricum |
Died |
28 Sep 1837 |
Alkmaar, Noord-Holland, Nederland |
|
Father |
Joachim Nuhout van der Veen, b. 23 Jan 1756, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Mother |
Elisabeth Fabritius, b. 1754 |
|
Family 1 |
Catharina Barbara Druyvesteyn, b. 15 Nov 1785, Alkmaar, Noord-Holland, Nederland |
Married |
27 May 1810 |
Alkmaar, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Mr. Joachim Elisa Nuhout van der Veen, b. 1811 |
|
|
Family 2 |
Amelie Agatha de Smeth, b. 1803 |
|
-
Name |
Joachim Nuhout van der Veen |
Birth |
23 Jan 1756 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Gender |
Male |
Death |
12 Apr 1833 |
Alkmaar, Noord-Holland, Nederland |
Person ID |
I680232 |
Geneagraphie |
Last Modified |
10 Aug 2010 |
-
-
Notes |
- Na voor de academische lessen te zijn opgeleid bij den rector der latijnsche school te Ootmarsum, studeerde hij te Leiden, alwaar hij 21 Sept. 1776 werd bevorderd tot doctor in de rechten. In 1777 werd hij benoemd tot schout en secretaris van Castricum en Baccum, 13 Nov. van dat jaar nog tot notaris te Castricum. Der patriottische partij zeer toegedaan, was hij in 1787 secretaris der commissie ter directie van het noordhollandsche gewapende burgerleger. In de 1 Mrt. 1796 geopende Nat. Vergadering had hij zitting voor het district van de Noordzee, hoofdplaats Beverwijk; meermalen bekleedde hij het voorzitterschap dezer vergadering; daarin uitte hij 20 Oct. den wensch tot afschaffing van de doodstraf. In het laatst van Mei 1799 werd hij door het kiesdistrict Westzaandam tot lid van het Vertegenwoordigend Lichaam verkozen. 4 Febr. 1796 werd hij door de Provis. Representanten van het Volk van Holland, 26 Febr. 1806 door het Depart. Bestuur van Holland benoemd tot dijkgraaf van de Hondsbossche en duinen tot Petten. Reeds vroeger voor zijne betrekkingen van schout en secretaris te Castricum bedankt hebbende, verhuisde hij in het begin van 1811 naar Alkmaar, waar hij door keizer Napoleon 24 Jan. tot lid der rechtbank van eersten aanleg, 19 Mei tot lid van den municipalen raad benoemd en reeds 13 Aug. als voorzitter der rechtbank geïnstalleerd werd. Hij bleef in deze functiën tot aan zijn dood. Als oudste raadslid trad hij in Febr. 1822 op ter vervanging van een der 4 burgemeesters, die in Febr. overleden was en hij bleef burgemeester tot Mrt. 1824. Hij was 27 Mei 1778 gehuwd met Elisabeth Fabritius, geb. te Alkmaar 18 Dec. 1754 en aldaar overl. 15 Juni 1828, uit welk huwelijk 24 Febr. 1779 een zoon Jacob, die te Leiden den meestergraad gehaald heeft, te Alkmaar notaris werd en 28 Sept. 1837 aldaar overleden is. Deze Jacob vertaalde uit het fransch van B. Ducos, De Abdij van Grasville (Leiden 1803, 2 dln.).
27 Mei 1828 werd de gouden bruiloft der ouders, die een buitenverblijf in den Hout bewoonden, met grooten luister gevierd. De bruidegom ontving bij die gelegenheid van de vrijmetselaren der hooge graden een zilveren kan (waarvan eene groote afbeelding in steendruk bestaat) en van de leden der loge ?de Noordstar? te Alkmaar een zilveren drinkbeker, beide met maçonnique enblemen versierd.
|
|
|
|