Corinus Heinsbroek

1850 - 1943  (93 years)    Has no ancestors but 11 descendants in this family tree.

• Name	Corinus Heinsbroek
  Birth	2 May 1850	Nieuwland
  Gender	Male
  Death	24 Jul 1943	Schiedam, Zuid-Holland, Nederland
  Person ID	I654791	Geneagraphie
  Last Modified	5 Jul 2009

  
  

  Family	Maria van Bremen,   b. 8 Mar 1852, Schiedam, Zuid-Holland, Nederland d. 26 Dec 1938, Schiedam, Zuid-Holland, Nederland (Age 86 years)
  Marriage	12 Feb 1873	Schiedam, Zuid-Holland, Nederland
  Children	+ 1. Hermanus Philippus Johannes Bernardus Heinsbroek,   b. 7 Sep 1893, Schiedam, Zuid-Holland, Nederland d. 21 Aug 1987, Schiedam, Zuid-Holland, Nederland (Age 93 years) + 2. Bernardus Hermanus Philippus Heinsbroek,   b. 1888   d. 1946 (Age 58 years)
  Family ID	F287463	Group Sheet  |  Family Chart
  Last Modified	5 Jul 2009

  
  

• Event Map	Click to hide
  		Marriage - 12 Feb 1873 - Schiedam, Zuid-Holland, Nederland Death - 24 Jul 1943 - Schiedam, Zuid-Holland, Nederland  = Link to Google Earth
  Pin Legend	: Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  
  

• Notes

  Heinsbroek had een slagerswinkel op de Broersvest C 386 en woonde later op de Rotterdamschedijk 124. V Hermanus Philippus Heinsbroek, geb. Nieuwland 17-5-1823, brandersknecht, tr. [1] Mathenesse 6-6-1847 Johanna Dries, geb. Mathenesse 6-10-1824, overl. Schiedam 8-3-1864, dr. v. Quirinus Dries en Alida de Wit; tr. [2] Schiedam 26-4-1865 Heintje Groenewegen, geb. Nieuwland 13-12-1839, overl. Schiedam 21-11-1906, dienstbode, wasvrouw en huisvrouw, dr. v. Pieter Groenewegen en Antonia Schave. VI Johannes Heinsbroek, geb. Nieuwland, ged. Kethel 2-8-1795, overl. Oud Mathenesse 21-9-1863, arbeider, tr. Kethel 1-7-1821 Johanna Kwant, ged. Kethel 18-3-1799, overl. Schiedam 4-1-1870, dr. v. Philippus Quant (alias Van Noort) en Teuntje Dirkse de Jong. Juiste woonplaats in Nieuwland onbekend, vermoedelijk aan de overzijde van de Noordvest. Later verhuisd naar Oud Mathenesse en weer later naar Schiedam, o.a. Achter de Teerstoof en op de Raam. VII Quirinus Franke (Krijn) Heinsbroek, ged. Kethel 3-10-1755, overl. Schiedam 30-7-1817, veehouder; tr. [1] Kethel 23-5-1790 Maria Driessen, ged. Schiedam 17-9-1760, overl. ald. 7-11-1807, huisvrouw, dr. v. Theodorus (Dirk) Dries en Maria van Putten; tr. [2] Schiedam 13-7-1809 Johanna Ruisbroek, geb. Zoetermeer, ged. -3-1771, overl. Schiedam 9-7-1839. De familie woonde in Nieuwland en vestigde zich in 1804 in Schiedam. VIII Frank Maartense Heijnsbroek, geb. Nieuwland, ged. Schiedam 17-1-1720, overl. Kethel 11-1-1769, bouwman, tr. Kethel 7-5-1747 Lijsbeth Cornelisse van Luyk, geb. Naaldwijk, ged. Monster 11-3-1718, overl. Kethel 20-2-1793, dr. v. Cornelis Franke van Luyck en Crijntje Cornelisse van der Smaal. Deze familie vestigde zich in 1747 in Kethel Ambacht. IX Maarten Jansz Hensbroek, geb. Mathenesse 1693, overl. Kethel 1759, bouwman, tr. Schiedam 21-11-1717 Maria Franke van der Beyl, geb. vermoed. Maasland ca. 1690. Testament van Maerten Jansen Hensbroek en Maritje Vrancken van der Bijll voor notaris Berckel te Schiedam, waarbij zij elkander tot universeel erfgenaam benoem-den. Op 13-6-1722 werd Maarten gemachtigd door zijn broers en zusters voor de verkoop van het huis van hun tante Dirkje Pieters Heynsbroek (Giftboek Schiedam). Hij woonde toen zelf even buiten de Kethelpoort onder de heerlijkheid Nieuwland. In 1726 woonde het gezin aan de Cleywegh onder Overschie. Op 22-9-1735 betaalde hij 40 penningen belasting voor tweeënhalf morgen land aan de Z.Z. van de Oostveenseweg. X Jan Pietersz Hensbroek, geb. Oud Mathenesse 1640, overl. ald. 19-3-1700, bouwman, landman en schepen te Oud Mathenesse; tr. Kralingen 20-11-1689 Jannetie Jans van Vlaerdinge (van Vlaeminge), geb. ca. 1660, overl. Oud Mathenesse 1723. Hij werd in 1666 benoemd tot voogd over zijn zuster Dirkje Pieters. Testament op 3-9-1690 (ONA Schiedam 785/819). Van 1672 tot 1686 was hij schepen van Oud Mathenesse. In 1692 verhuurde hij grond in de Nieuwlandpolder aan Jan Pieters v.d. Arend. Zijn weduwe Jannetje Jans otr. [2] Delft 12-11-1701 Floris Willemsz Groenewegen (huw. voorw. 24-11-1701 Schiedam ONA 796/1119); tr. [3] Oud Mathenesse 14-6-1714 Gerrit Janse van Dijck. XI Pieter Dirkx Hensbroek, geb. Oud Mathenesse 1610, overl. ald. 1666, landman, tr. Zouteveen voor 1638 Neeltje Pieters Hoeckveen, geb. Zouteveen 1615, overl. Oud Mathenesse 1682, dr. v. Pieter Aryens Hoeckveen en Haesje Jacobs. Hij had land in Nieuw Mathenesse in huur van het Schiedamse weeshuis. Kort voor zijn overlijden maakte Pieter een testament, waarbij hij voogden benoemde over zijn onmondige dochter Dirkje Pieters. (ONA Schiedam 754/579). XII Dirck Jansz Hensbrouck, geb. vermoed. Pijnacker 1580, overl. Maasland in september 1644, bouwman en landman, tr. 1605 Maertgen Barents, geb. 1580, overl. Maasland na 1653. Dirck Jansz en Maertgen Barents woonden in de Zuidbuurt in Maasland. Testament Delft 30-12-1627. Verdeling onverdeelde goederen Schiedam 6-7-1653, ONA Schiedam 770/1150. Zes kinderen werden genoemd in een transportacte voor het gerecht van Pijnacker (deel 12, fol. 189), waarin op 20-5-1654 namens de erfgenamen grond werd overgedragen aan Pieter Jansz Hensbroeck te Pijnacker. XIII Jan Adriaensz Hensbrouck, geb. vermoed. Pijnacker ca. 1550, overl. Pijnacker tussen 1628 en 1630, landman, tr. voor 1575 Maritgen Garrebrants, geb. 1555, overl. vermoed. Pijnacker voor 1638. Jan Adriaensz woonde op een boerderij in Pijnacker, aan de oostzijde van de Hoogse- of Middelwatering. In 1595 tekende hij een haverpachtovereenkomst tussen Delft en Pijnacker. Op 8-6-1595 kocht hij woning, schuur, barch en geboomte met vier morgen land, gelegen op de Hoog in de Ambacht van Pijnacker (Transp. reg. Rijswijk E). In de kerkrekeningen van Pijnacker komt hij voor wegens de betaling van smalrente. In 1628 werd deze smalrente nog door hemzelf betaald. In 1630 werd de betaling door zijn zoon Jacob Jansz overgenomen. XIV Adriaen Olofsz van Hensbroeck, geb. ca. 1515-1525, overl. Pijnacker tussen 30-4-1590 en 26-2-1591, landman, tr. N.N. Adriaen Olofsz woonde in Pijnacker op de Hoocht tussen de Clapwijkseweg en de Middelwatering. Zijn naam werd vanaf 1551 vermeld in de oudste charters van de R.K. kerk in Pijnacker. In 1590 betaalde hij voor de laatste maal 4 stopen olie als smalrente. In hetzelfde jaar staat zonder datum zijn naam vermeld onder de "ontfang over die Klock teluyden over die doden". Hij was rijk en vermogend.