Share Bookmark

Theodorus Heemskerk

Male 1852 - 1932  (79 years)    Has 18 ancestors but no descendants in this family tree.

Personal Information    |    Notes    |    Event Map    |    All

  •    
    Name Theodorus Heemskerk 
    Birth 20 Jul 1852  Amsterdam, Noord-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Gender Male 
    Death 12 Jun 1932  Utrecht, Utrecht, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Prominent People (3) Click the arrow on the left to show/hide these 3 events. 
    Siblings 1 Sibling 
    Person ID I411602  Geneagraphie
    Links To This person is also Theo Heemskerk at Wikipedia 
    Last Modified 9 Jan 2019 

    Father Jan Abrahamzoon Heemskerk,   b. 30 Jul 1818, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland Find all individuals with events at this locationd. 9 Oct 1897, 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location (Age 79 years) 
    Mother Anna Maria Heemskerk   d. Yes, date unknown 
    Marriage 1 Oct 1846  Utrecht, Utrecht, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Family ID F163849  Group Sheet  |  Family Chart

    Family 1 Jkvr. Maria Cornelia Hartsen   d. 12 Nov 1886 
    Marriage 3 Nov 1881  Hilversum, Noord-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Family ID F163848  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 6 Jan 2003 

    Family 2 Lydia von Zaremba   d. Yes, date unknown 
    Marriage 14 Jan 1891  St. Petersburg, Rossiya Find all individuals with events at this location 
    Family ID F163850  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 6 Jan 2003 

  • Event Map Click to hide
    Link to Google MapsBirth - 20 Jul 1852 - Amsterdam, Noord-Holland, Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsMarriage - 3 Nov 1881 - Hilversum, Noord-Holland, Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsMarriage - 14 Jan 1891 - St. Petersburg, Rossiya Link to Google Earth
    Link to Google MapsProminent People - Voorzitter van de ministerraad - 1908 - 1913 - Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsProminent People - Minister van Binnenlandse Zaken - 1908 - 1913 - Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsDeath - 12 Jun 1932 - Utrecht, Utrecht, Nederland Link to Google Earth
     = Link to Google Earth 
    Pin Legend  : Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  • Photos Photos (Log in)Photos (Log in)

  • Notes 
    • advocaat te Amsterdam, van 1876 tot 1901; geassocieerd met Jhr.mr. F.K. van Lennep
      lid Provinciale Staten van Noord-Holland voor het kiesdistrict Weesp, van 8 mei 1882 tot februari 1908
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Ridderkerk, van 1 mei 1888 tot 15 september 1891
      lid gemeenteraad van Amsterdam, van 1889 tot 1895
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Sneek, van 25 april 1893 tot 20 maart 1894
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Sneek, van 19 juni 1894 tot 21 september 1897
      lid gemeenteraad van Amsterdam, van 1900 tot februari 1908
      wethouder (van financiën en publieke werken) van Amsterdam, van 15 mei 1901 tot februari 1908
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Amsterdam VII, van 17 september 1901 tot 19 september 1905
      voorzitter kamerclub A.R.P. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van september 1903 tot februari 1908
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Sliedrecht, van 19 september 1905 tot 10 februari 1908
      minister van Binnenlandse Zaken, van 11 februari 1908 tot 29 augustus 1913
      (tijdelijk) voorzitter ministerraad, van februari 1908 tot 29 augustus 1913
      minister van Koloniën ad interim, van 12 februari 1908 tot 20 mei 1908
      waarnemend minister van Justitie, van 12 februari 1910 tot 11 mei 1910
      minister van Justitie ad interim, van 11 mei 1910 tot 7 juni 1910
      waarnemend minister van Justitie, van 7 januari 1913 tot 18 januari 1913
      minister van Justitie ad interim, van 18 januari 1913 tot 29 augustus 1913
      lid Raad van State, van 11 september 1913 tot 9 september 1918
      minister van Justitie, van 9 september 1918 tot 4 september 1925
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 juli 1922 tot 18 september 1922
      fractievoorzitter A.R.P. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van juli 1925 tot 17 september 1929
      lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 september 1925 tot 12 juni 1932
      minister van Staat, 27 augustus 1926
      secretaris A.R.P. kiesvereniging Amsterdam
      lid Centraal Comité A.R.P.
      vice-fractievoorzitter A.R.P. Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1929 tot 12 juni 1932
      voorzitter Leids studentencorps
      eerste luitenant schutterij
      penningmeester pensioenfonds van Patrimonium
      kantonrechter-plaatsvervanger te Amsterdam, van 1877 tot 1887
      secretaris Raad van Tucht voor koopvaardij, vanaf 1880
      lid Schoolraad voor scholen met den Bijbel, van 1890 tot 1906
      lid College van Curatoren Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1891 tot 1897
      lid Staatscommissie tot bevordering der codificatie van het internationaal privaatrecht, vanaf 1897
      kabinetsformateur, van 29 december 1907 tot 11 februari 1908
      voorzitter Staatscommissie voor de Grondwetsherziening, van 2 mei 1910 tot 1913
      voorzitter Staatscommissie inzake de verdediging van Nederlands-Indië, van juni 1912 tot mei 1913
      lid College van Curatoren Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1913 tot 1922
      lid College van Curatoren Nederlandse Handels-Hogeschool te Rotterdam, van 1913 tot 1929
      lid bestuur Vereeniging tot werkverschaffing aan hulpbehoevende blinden te Amsterdam
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1901 tot maart 1902
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1902 tot november 1902
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1903 tot mei 1903
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1903 tot april 1904
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1904 tot november 1904
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1907 tot november 1907
      lid afdeling Buitenlandse Zaken (Raad van State)
      lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)
      ondervoorzitter van de ministerraad, van 9 september 1918 tot 4 september 1925
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1925 tot januari 1926
      voorzitter vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1925 tot juni 1932
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1926 tot september 1929
      lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1930 tot september 1931
      voorzitter Commissie van Voorbereiding voor het wetsontwerp wijziging Huwelijksvermogensrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1930 tot juni 1932
      opleiding(en)
      h.b.s. te 's-Gravenhage tot 1868
      studie Polytechnische School te Delft, van 1868 tot 1869
      Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie) Hogeschool te Leiden, van 1870 tot 13 mei 1876; magna cum laude
      wetenswaardigheden
      Versloeg in 1888 in het district Ridderkerk J.B. van Osenbruggen (lib.)
      Sprak in de Tweede Kamer over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van financiën, justitie, het krankzinningenwezen, arbeid, Suriname, het kiesrecht en het binnenlands bestuur
      Werd in 1891 en 1894 in Ridderkerk verslagen door A. Smit (lib.)
      Versloeg in 1894 bij naverkiezingen J.A. van Gilse (lib.) na herstemming
      Stemde in 1896 tegen het kiesrechtvoorstel van Van Houten
      Werd in 1897 in Sneek na herstemming met één stem verschil verslagen door J.A. van Gilse (ul)
      Werd in 1897 in Amsterdam VIII na herstemming verslagen door P. Nolting (rad.)
      Kreeg bij naverkiezingen in 1897 in Amsterdam VI bij de herstemming evenveel stemmen als W.J. Geertsema (lib.), waardoor de laatste gekozen werd op grond van zijn leeftijd
      Werd in 1897 bij naverkiezingen in Amsterdam IX verslagen door A. Kerdijk (lib.)
      Werd in 1901 in de kiesdistricten Gouda en Amsterdam VII gekozen; opteerde voor Amsterdam VII. Versloeg in Amsterdam VII B.H. Heldt (vdb) en in Gouda C.J.E. graaf van Bylandt (o.l.) na herstemming.
      Werd in 1905 in Amsterdam VII na herstemming verslagen door C.J.F. Blooker (lib.)
      Versloeg in 1905 in Sliedrecht na herstemming jhr. H. Smissaert (o.l.), maar nam zijn benoeming niet aan
      Bracht in 1908 de wet tot invoering van de wettelijk tijd tot stand. Hierdoor wordt een einde gemaakt aan het hanteren van per regio verschillende tijden. Als wettelijk tijd wordt gekozen de Amsterdamse Tijd, die 25 minuten afwijkt van de Midden-Europese Tijd.
      Bracht in 1909 een wijziging van de Wet op het Middelbaar Onderwijs tot stand, waardoor bijzondere scholen onder bepaalde voorwaarden subsidie konden krijgen
      Bracht in 1910 de Pandhuiswet tot stand, waardoor banken van lening niet langer onder de instellingen van weldadigheid vallen
      Bracht in 1910 de Trekhondenwet tot stand, die regels bevat over het gebruik van de hondenkar. Er mag geen sprake zijn van dierenmishandeling. De wet maakt een einde aan de uiteenlopende provinciale en gemeentelijke verordeningen.
      Bracht in 1910 een wet tot stand waardoor scholen voor (meer) uitgebreid lager onderwijs (u.l.o. en m.u.l.o.) rijkssubsidie kunnen krijgen (m.u.l.o.-wet)
      Stelde in 1910 een Staatscommissie inzake Grondwetsherziening in, waarvan hijzelf voorzitter werd
      Diende in 1910 een wetsvoorstel dat de huwende ambtenares verplicht ontslag te nemen; dit voorstel werd door het opvolgende kabinet ingetrokken
      Bracht in 1911 de Vaccinatiewet tot stand, die ook vaccinatie tegen pokken voor onderwijzers en leerlingen verplicht stelt
      Bracht in 1912 de Armenwet tot stand, waardoor Armenraden werden ingesteld. In deze raden werken de particuliere en kerkelijke instellingen voor armenzorg samen, zodat deze hun zorg beter kunnen afstemmen.
      Bracht in 1912 samen met minister E. Regout de Erfgooierswet tot stand, die een wettelijke regeling bevat voor het grondgebruik in Gooiland voor leden van de Vereniging Stad en Lande van Gooiland.
      Belangrijkste benoemingen tijdens zijn ministerschap (1908-1913): J. Röell (lib., vice-president Raad van State), P.A.V. van Harinxma thoe Slooten (lib., Commissaris der Koningin in Friesland), S. van Citters (arp, Commissaris der Koningin in Gelderland), W.F. van Leeuwen (lib., Commissaris der Koningin in Noord-Holland), E.C. Sweerts de Landas Wyborgh (arp, Commissaris der Koningin in Zuid-Holland), A. Röell (lib., burgemeester van Amsterdam), N.Ch. de Gijselaar (chu, Leiden)
      Bracht in 1919 de Vuurwapenswet tot stand. Deze geeft de minister de bevoegdheid in-, uit-, door- en vervoer van vuurwapens en munitie te verbieden. Alleen publiekrechtelijke lichamen en vergunninghouders mogen een vuurwapen (en munitie) hebben. Levering van vuurwapens moet worden geregistreerd.
      Bracht in 1920 een wet inzake de grensbewaking tot stand. Deze opent de mogelijkheid van het instellen van (voor vreemdelingen verboden) bewakingsgebieden. De Koninklijke Marechaussee wordt belast met de grensbewaking.
      Bracht in 1920 een wet tot stand houdende strafbepalingen tegen revolutionaire woelingen (de zgn. anti-revolutiewet). Ook handelingen die erop gericht zijn de staatsvorm omver te werpen, worden strafbaar.
      Diende in 1920 een wetsvoorstel in over de rechtstoestand van de ambtenaren. Dit voorstel werd later ingetrokken en vervangen door de Ambtenarenwet.
      Bracht in 1921 samen met minister Van IJsselstein de Handelsnaamwet tot stand die tot betere bescherming van handelsnamen moet leiden. Verder wordt bepaald waaraan nieuwe handelsnamen moeten voldoen. Er mag bijvoorbeeld geen verwarring met bestaande ondernemingen ontstaan.
      Bracht in 1921 een wet tot vereenvoudiging van de rechtspleging in lichte strafzaken tot stand. Door deze wet wordt in zaken met een lagere gevangenisstraf dan zes maanden een versnelling van de procedure mogelijk. Bij rechtbanken komt er voor deze zaken een alleensprekende rechter, die als 'politierechter' wordt aangeduid.
      Bracht in 1921 een wet tot invoering van de kinderrechter en van ondertoezichtstelling van minderjarigen tot stand. Hierdoor komt er een tussenweg tussen het afzien van een opvoedkundige maatregel en het onttrekken van een kind aan de ouderlijke macht.
      Bracht in 1922 een herziening van het Wetboek van Koophandel tot stand
      Bracht in 1922 de Wet inzake het Levensverzekeringsbedrijf tot stand, waardoor levensverzekeringsmaatschappijen onder - beperkt - toezicht komen van een verzekeringskamer
      Bracht in 1923 enkele wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek tot stand (erfopvolging, getuigenbewijs). In het erfrecht krijgt de echtgenoot c.q. echtgenote voorrang bij de verdeling van de boedel vóór eventuele kinderen en broers en zussen.
      Voerde in 1923 samen met Van Dijk en Westerveld een nieuw Militair Strafprocesrecht in
      Bracht in 1924 een wijziging van het zeerecht tot stand
      Bracht in 1925 een nieuw Wetboek van Strafvordering tot stand, dat in 1914 door zijn voorganger was ingediend. Een strafprocedure krijgt een gematigd accusatoir (beschuldigend) karakter in plaats van een inquisitoir (onderzoekend) karakter. De rechten van de verdediging van een verdachte bij het voorbereidend onderzoek worden beter geregeld. Het Wetboek wordt 1 januari 1926 ingevoerd.
      Bracht in 1925 de zgn. Psychopatenwet tot stand. Deze regelt de bestraffing van personen bij wie tijdens het begaan van een strafbaar feit gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing in de geestesontwikkeling bestond. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ontoerekeningsvatbaren en verminderd toerekeningsvatbaren. Bij ontoerekeningsvatbaarheid is naast gedwongen opneming in een Krankzinnigengesticht ter beschikkingstelling van de regering (t.b.r.) mogelijk, waarbij gedwongen verpleging in een rijksasiel volgt. De wet wordt in 1928, na een technische herziening, ingevoerd.
      Was in 1929 lange tijd niet "on speaking terms" met Colijn, nadat deze hem was opgevolgd als voorzitter van de A.R.P.-Tweede-Kamerfractie
      Werd in 1929 bij de verkiezing voor de voorzitter en ondervoorzitters van de Tweede Kamer verslagen door resp. Van Schaik, Schaper en Beumer
      Debateerde in 1874 met Kuyper, waarbij hij de stelling verdedigde dat de Calvinistische beweging een gevaar voor Nederland was
      Stond bekend om zijn humoristische opmerkingen
      Eén van zijn grapjes was: "Wie is er roder dan (de communist) Wijnkoop? Antwoord: dat is Snoeck Henkemans, want die is wijnkoper"
      anekdotes
      Weigerde in 1901 minister onder Kuyper te worden, omdat zijn vrouw een aversie tegen Kuyper had. Ze schreef hem, nadat Heemskerk door Kuyper was aangezocht, een briefje waarin ze Kuyper een leugenaar noemde. Omdat Heemskerk dát uiteraard niet tegen Kuyper als reden kon opgeven, deelde hij hem in een afgemeten briefje mee dat hij zijn wethouderschap in Amsterdam niet wilde opgeven en dat Kuyper maar iemand anders moest zoeken
      niet-aanvaarde politieke functies
      minister van Binnenlandse Zaken, 1901; geweigerd

      adressen
      Amsterdam, Falckstraat 4, omstreeks 1901
      's-Gravenhage, Raamweg 24, omstreeks 1924

      onderscheidingen
      Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 30 augustus 1928
      5 buitenlandse onderscheidingen

      publicaties
      "Over huwelijken van Nederlanders buitenslands" (dissertatie, 1876)
      "Het Wetboek van Strafrecht in doorlopende aantekeeningen verklaard"; met K. Hazelhoof en B.J. Polenaar (1880-1890)
      "Een woord over de genummerde driestarren van Dr. Kuyper (1915)
      "Leider en leiding in de Anti-Revolutionaire Partij" (1915); samen met A. Anema, H. Bavinck, P.A. Diepenhorst, S. de Vries Cz.
      "Enkele vragen van het huwelijksrecht en huwelijksvermogensrecht (1931)

      meer informatie
      Biografisch Woordenboek van Nederland, dl.III, 239
      F. Netscher, "Theo" (1911)
      D. Hans, "Minister Heemskerk", in: "Parlementsfilm" (z.j.)
      P.A. Diepenhorst, "Mr. Th. Heemskerk. De christen-staatsman" (1932)
      V.H. Rutgers, "Mr. Theodorus Heemskerk" in: Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde" (1933/1934), 33-45
      J. Voerman "Het conflict Kuyper-Heemskerk" (1954) diss.
      I.A. Diepenhorst, "Mr. Th. Heemskerk", in: C. Bremmer (red.), "Personen en momenten uit de geschiedenis van de Anti-Revolutionaire Partij)" (1980)
      G. Puchinger, "Nederlandse minister-presidenten van de twintigste eeuw" (1984)
      P. Hofland, "Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941" (1998)
      Ned. Patriciaat, 1961



Home Page |  What's New |  Most Wanted |  Surnames |  Photos |  Histories |  Documents |  Cemeteries |  Places |  Dates |  Reports |  Sources